Beste klasgenoten!
Reactie plaatsen:
Wanneer je wilt reageren op een van de berichten die zijn geplaatst klik je onder dat bericht op comment. Dan krijg je een nieuw schermpje waarin je bij commentfield je reactie kunt geven. Daarna dien je de letters onder het commentfield in te vullen bij word verification.
Vervolgens dien je bij choose an identity te kiezen voor OTHER. En dan kun je onderaan op publish your comment klikken en is je reactie geplaatst.
Reactie lezen:
Je klikt op comment en krijgt opnieuw het kleine schermpje. Je zult direct het commentfield voor je zien, waardoor je in het schermpje even naar boven moet scrollen. Daar kun je dan de reacties lezen die al zijn geplaatst.
Het nieuwe schermpje dat je in beide gevallen (reactie plaatsen of lezen) krijgt is wat klein. We zullen kijken of dit nog te wijzigen valt of dat dit een vaste instelling is.
In ieder geval veel plezier met reageren op elkaar!
De beheerders
woensdag 29 november 2006
Verslag gesprek met Cibap studenten door Nadia
Maandag 27 november hebben Maaike, Ilse, Suzanne, Marieke, Heleen en Nadia gepraat met studenten van het Cibap over beelddenken. Deze studenten volgen de opleiding Interieur, Verf en Management, en doen het eerste en tweede jaar binnen één schooljaar. Tijdens dit gesprek vertelden zij over hun manier van leren en hoe hier, met name op het voorgezet onderwijs, op werd gereageerd door hun docenten. Al pratende kwamen er duidelijke punten uit wat de studenten als prettig en niet prettig ervaren tijdens het leren. Deze punten heb ik opgesplitst in twee delen, wat vonden zij goed werken en wat vonden zij niet goed werken. Deze kolommen vind je onderaan deze pagina. Tijdens het gesprek hoorden we veel overeenkomsten met ons onderwerp, ‘beelddenken’. Natuurlijk kunnen we nu niet met 100% zekerheid zeggen dat deze studenten ‘beelddenkend’ zijn, maar ik denk dat we met de ervaringen die zij vertelden we ons voordeel kunnen doen in het maken van lesmateriaal.
Ik begin met het noteren van de manieren van leren die voor deze studenten positief werkten:
+
1. Het maken van woordkaartjes; als er een rij met woorden moet worden geleerd is het handig om deze allemaal op aparte kaartjes/briefjes op te schrijven. Dit kan bijvoorbeeld door een Nederlands woord op de voorkant te schrijven en een engels woord op de achterkant. Leg alle kaartjes bij elkaar en pak één voor één een kaartje. Als je het woord goed hebt gaat het kaartje op de ene stapel, bij een fout antwoord op een andere. Je kan net zo lang doorgaan tot alle woordjes op de ‘goed’ stapel liggen. Op deze manier zie je direct resultaat. Nog een voordeel is dat je de woorden door elkaar kan husselen, en je dus niet alleen hoeft te leren op te volgorde die in het boek staat.
2. In het Engels lesboek ‘Stepping Stones’ wordt bij het leren van idioom op de volgende manier gewerkt. De te leren woorden worden in zinsverband gegeven, en het woord waar het omgaat wordt rood afgedrukt. Er zit een rood doorzichtig velletje bij die je op de zinnen kan leggen, zo dat het te leren, rood gedrukte woord wegvalt. Het leren in zinsverband maakt het makkelijker een betekenis te onthouden.
3. Een leuke uitleg, gebaseerd op echte, realistische ervaringen/voorbeelden maken het plezieriger en makkelijker om te onthouden/begrijpen.
4. Een docent die doet alsof het een makkelijke opdracht is, een opdracht die iedereen zo kan maken motiveert meer dan een docent die doet alsof het de zwaarste opdracht van de dag is.
5. Het gebruik van meer kleuren in een tekst maken het geheel minder eentonig, dit roept minder weerstand op om aan een (lange) tekst te beginnen.
6. Belangrijke woorden, begrippen, getallen opschrijven op het bord maken het makkelijker te onthouden. Te veel tekst werkt natuurlijk juist tegen het doel in.
7. Illustraties bij de tekst maken het leuker en makkelijker om de tekst te begrijpen en onthouden.
8. Ook het zelf maken van tekeningen draagt bij aan het beter begrijpen van woorden of begrippen. Natuurlijk kan je niet van ieder stukje tekst of ieder woord een tekening maken, maar voor de woorden die niet willen blijven hangen is het het proberen waard.
9. Bij een praktische opdracht is een voorbeeld geven van het eindresultaat erg prettig. Leerlingen zien zo het grote geheel voor zich, en kunnen zich ‘een beeld vormen’ bij wat er van hen verwacht wordt.
10. Het zelf doen is bij deze leerlingen ook als positief ervaren, bijvoorbeeld het maken van een eigen planning of het presenteren van het eigen gemaakte werk.
Nu volgen de manieren van leren/werken die de studenten als negatief ervaren:
-
1. Direct uit het boek rijtjes stampen, dit heeft òf geen of zeer tijdelijk effect.
2. Het aanbieden van een grote massa tekst stuit op weerstand, het maken van kolommen en schema’s biedt meer overzicht voor visueel ingestelde studenten.
3. Een overdaad aan plaatjes maakt het geheel juist weer chaotisch. Illustraties toevoegen is natuurlijk goed, maar het plaatje moet wel een functie hebben en die functie moet dan niet zijn om de boel op te leuken.
4. Teveel werken met voorbedachte stappenplannen ontnemen de kans om te laten zien wat het uiteindelijke resultaat is. Het samen maken van een stappenplan vergroot deze kans juist.
Ik begin met het noteren van de manieren van leren die voor deze studenten positief werkten:
+
1. Het maken van woordkaartjes; als er een rij met woorden moet worden geleerd is het handig om deze allemaal op aparte kaartjes/briefjes op te schrijven. Dit kan bijvoorbeeld door een Nederlands woord op de voorkant te schrijven en een engels woord op de achterkant. Leg alle kaartjes bij elkaar en pak één voor één een kaartje. Als je het woord goed hebt gaat het kaartje op de ene stapel, bij een fout antwoord op een andere. Je kan net zo lang doorgaan tot alle woordjes op de ‘goed’ stapel liggen. Op deze manier zie je direct resultaat. Nog een voordeel is dat je de woorden door elkaar kan husselen, en je dus niet alleen hoeft te leren op te volgorde die in het boek staat.
2. In het Engels lesboek ‘Stepping Stones’ wordt bij het leren van idioom op de volgende manier gewerkt. De te leren woorden worden in zinsverband gegeven, en het woord waar het omgaat wordt rood afgedrukt. Er zit een rood doorzichtig velletje bij die je op de zinnen kan leggen, zo dat het te leren, rood gedrukte woord wegvalt. Het leren in zinsverband maakt het makkelijker een betekenis te onthouden.
3. Een leuke uitleg, gebaseerd op echte, realistische ervaringen/voorbeelden maken het plezieriger en makkelijker om te onthouden/begrijpen.
4. Een docent die doet alsof het een makkelijke opdracht is, een opdracht die iedereen zo kan maken motiveert meer dan een docent die doet alsof het de zwaarste opdracht van de dag is.
5. Het gebruik van meer kleuren in een tekst maken het geheel minder eentonig, dit roept minder weerstand op om aan een (lange) tekst te beginnen.
6. Belangrijke woorden, begrippen, getallen opschrijven op het bord maken het makkelijker te onthouden. Te veel tekst werkt natuurlijk juist tegen het doel in.
7. Illustraties bij de tekst maken het leuker en makkelijker om de tekst te begrijpen en onthouden.
8. Ook het zelf maken van tekeningen draagt bij aan het beter begrijpen van woorden of begrippen. Natuurlijk kan je niet van ieder stukje tekst of ieder woord een tekening maken, maar voor de woorden die niet willen blijven hangen is het het proberen waard.
9. Bij een praktische opdracht is een voorbeeld geven van het eindresultaat erg prettig. Leerlingen zien zo het grote geheel voor zich, en kunnen zich ‘een beeld vormen’ bij wat er van hen verwacht wordt.
10. Het zelf doen is bij deze leerlingen ook als positief ervaren, bijvoorbeeld het maken van een eigen planning of het presenteren van het eigen gemaakte werk.
Nu volgen de manieren van leren/werken die de studenten als negatief ervaren:
-
1. Direct uit het boek rijtjes stampen, dit heeft òf geen of zeer tijdelijk effect.
2. Het aanbieden van een grote massa tekst stuit op weerstand, het maken van kolommen en schema’s biedt meer overzicht voor visueel ingestelde studenten.
3. Een overdaad aan plaatjes maakt het geheel juist weer chaotisch. Illustraties toevoegen is natuurlijk goed, maar het plaatje moet wel een functie hebben en die functie moet dan niet zijn om de boel op te leuken.
4. Teveel werken met voorbedachte stappenplannen ontnemen de kans om te laten zien wat het uiteindelijke resultaat is. Het samen maken van een stappenplan vergroot deze kans juist.
dinsdag 28 november 2006
Beelddenkvragen van Wieke
Naar aanleiding van de dag op het CIBAP is volgens mij het doel van dit onderzoek als volgt:
1. Hoe herken ik beelddenkers? Of hoe herkennen zij zichzelf?
2. Hoe erken ik beelddenkers? Wat is frustrerend voor hen en hoe kan ik hen helpen in de les?
BEELDDENKVRAGEN:
Spreken
* Vinden anderen het moeilijk om je te verstaan?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Maak je veel gebaren als je iets vertelt?
Luisteren
* Vind je het moeilijk om goed te luisteren als iemand iets uitlegt?
* Waar let jij meer op: De woorden die iemand spreekt of zijn lichaamstaal?
Taalontwikkeling
* Kun je moeilijk op een woord komen?
* Snappen ze niet wat je wilt zeggen?
* Snap jij vaak niet wat anderen bedoelen als ze tegen je praten?
* Als jij praat of iemand anders praat tegen jou, kun je je er dan iets bij voorstellen?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
Tijd en ruimte
* Vind je het moeilijk om links en rechts te onthouden?
* Heb je vaak kleine ongelukjes? Zoals dingen omgooien of ergens tegenaan lopen?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Wordt er vaak over je gezegd dat je een ‘kluns’ bent?
* Heb je het gevoel dat je achterloopt vergeleken met je leerlingen?
* Heb je moeite met concentreren?
* Begin je vaak aan iets anders terwijl het vorige nog niet af is?
Werkhouding
* Is je leraar ontevreden over je werk als jij het al goed genoeg vindt?
* Vind je het lastig om je schoolagenda goed te gebruiken?
* Ben je rommelig en/of chaotisch?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Zet je jezelf aan het werk?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
Divers
* Heb je veel fantasie?
* Kun je goed verhalen verzinnen?
* Kom jij met originele ideeën?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Is er ooit gedacht of vastgesteld dat je dyslexie hebt?
* Ben je een misschien een beetje faalangstig?
* Vinden anderen je overgevoelig?
* Vergeet je veel dingen?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Wat onthoud jij beter: Een film of een boek?
* Zie je snel het einddoel van een project of zie je eerder de kleine stapjes die je moet doen om tot het eindproduct te komen?
SCHOOLSATISFACTIEVRAGEN
* Vind je de lessen op school leuk?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Waarom wel/niet?
* Kijk je er tegenop om naar school gaan?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Wat vind jij fijn in een les? Je mag meerdere dingen kiezen.
- Als de belangrijkste dingen op het bord staan.
- Als de leraar mooie verhalen vertelt.
- Als de leraar dingen laat zien.
- Als ik iets moet schrijven.
- Als ik iets moet tekenen of maken.
- Iets anders, nl.
* Wat vind je vervelend op jouw school? Je mag meerdere dingen kiezen:
- Ik kan veel meer dan ze denken.
- Ik moet alles op hun manier doen.
- Op school zijn ze veel te precies.
- Ik word vaak niet begrepen.
- Ik snap vaak niet wat de docent zegt.
- Iets anders, nl.
Aan de uiteindelijke herkende beelddenkers zou je dan ook nog kunnen vragen waar ze de voorkeur aan hebben en hoe wij de beelddenkers als docenten zouden kunnen erkennen in onze lessen.
1. Hoe herken ik beelddenkers? Of hoe herkennen zij zichzelf?
2. Hoe erken ik beelddenkers? Wat is frustrerend voor hen en hoe kan ik hen helpen in de les?
BEELDDENKVRAGEN:
Spreken
* Vinden anderen het moeilijk om je te verstaan?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Maak je veel gebaren als je iets vertelt?
Luisteren
* Vind je het moeilijk om goed te luisteren als iemand iets uitlegt?
* Waar let jij meer op: De woorden die iemand spreekt of zijn lichaamstaal?
Taalontwikkeling
* Kun je moeilijk op een woord komen?
* Snappen ze niet wat je wilt zeggen?
* Snap jij vaak niet wat anderen bedoelen als ze tegen je praten?
* Als jij praat of iemand anders praat tegen jou, kun je je er dan iets bij voorstellen?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
Tijd en ruimte
* Vind je het moeilijk om links en rechts te onthouden?
* Heb je vaak kleine ongelukjes? Zoals dingen omgooien of ergens tegenaan lopen?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Wordt er vaak over je gezegd dat je een ‘kluns’ bent?
* Heb je het gevoel dat je achterloopt vergeleken met je leerlingen?
* Heb je moeite met concentreren?
* Begin je vaak aan iets anders terwijl het vorige nog niet af is?
Werkhouding
* Is je leraar ontevreden over je werk als jij het al goed genoeg vindt?
* Vind je het lastig om je schoolagenda goed te gebruiken?
* Ben je rommelig en/of chaotisch?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Zet je jezelf aan het werk?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
Divers
* Heb je veel fantasie?
* Kun je goed verhalen verzinnen?
* Kom jij met originele ideeën?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Is er ooit gedacht of vastgesteld dat je dyslexie hebt?
* Ben je een misschien een beetje faalangstig?
* Vinden anderen je overgevoelig?
* Vergeet je veel dingen?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Wat onthoud jij beter: Een film of een boek?
* Zie je snel het einddoel van een project of zie je eerder de kleine stapjes die je moet doen om tot het eindproduct te komen?
SCHOOLSATISFACTIEVRAGEN
* Vind je de lessen op school leuk?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Waarom wel/niet?
* Kijk je er tegenop om naar school gaan?
nooit / soms / best vaak / heel vaak
* Wat vind jij fijn in een les? Je mag meerdere dingen kiezen.
- Als de belangrijkste dingen op het bord staan.
- Als de leraar mooie verhalen vertelt.
- Als de leraar dingen laat zien.
- Als ik iets moet schrijven.
- Als ik iets moet tekenen of maken.
- Iets anders, nl.
* Wat vind je vervelend op jouw school? Je mag meerdere dingen kiezen:
- Ik kan veel meer dan ze denken.
- Ik moet alles op hun manier doen.
- Op school zijn ze veel te precies.
- Ik word vaak niet begrepen.
- Ik snap vaak niet wat de docent zegt.
- Iets anders, nl.
Aan de uiteindelijke herkende beelddenkers zou je dan ook nog kunnen vragen waar ze de voorkeur aan hebben en hoe wij de beelddenkers als docenten zouden kunnen erkennen in onze lessen.
Bericht van Heleen
PLANNING EN AFSPRAKEN
Op de derde bijeenkomst, 27 november, stellen we vast dat:
- We al doende vanalles aan het leren zijn.
- We eerst alles over beelddenken zouden moeten weten, voordat we het perfecte lesmateriaal kunnen maken.
- We echter in deze 7 weken iets concreets willen maken.
- We zin hebben om ontwikkelend te leren (proces minstens zo belangrijk als resultaat).
Ik stel concluderend voor (lees: vast) dat we werken aan de volgende produkten:
PRODUKTEN
- Een literatuurrapport/beschouwing van enkele A4-'tjes waarin precies wordt onderbouwd:
* Aan welke criteria ons lesmateriaal voor beelddenkers moet voldoen.
* Wat die criteria precies inhouden.
* Waarop elke criteria is gebaseerd: waarom geldt dat criterium (wat heeft te maken met de manier waarop beelddenkers denken en leren), en op welke gegevens is dat gebaseerd (wijs dat precies aan in de bronnen).
- Lesbeschrijvingen waarin deze criteria worden toegepast:
* Compleet met lesplan, studenten- en docentenmateriaal.
* En daarnaast een verantwoording van de wijze waarop de criteria zijn toegepast, waarin verwerkt is de feedback van professor De Groot.
* En een evaluatieverslag van de les, nadat hij is gegeven.
* Eventueel ook evaluatiegegevens van leerlingen die ermee hebben gewerkt.
- Een onderzoeksverslag van een onderzoek naar beelddenkers in het VO in Zwolle.
Dit onderdeel staat niet direct in verband met de twee andere producten, het staat er als het ware naast. De onderzoeksvraag kan zijn: "Hoeveel procent van de leerlingen in het VO is beelddenker?" Of: "Is er een verband tussen de mate waarin een leerling beelddenkt en zijn tevredenheid met de lessen die hij op het VO krijgt?" (Anders gesteld: hebben beelddenkers meer moeite met het onderwijs zoals dat op VO-scholen in Zwolle wordt aangeboden?)
Het verslag bevat:
* Een onderbouwde probleemstelling en hypothese.
* Een verantwoording van het onderzoeksinstrument (waarom de enquete zo in elkaar zit).
* Het onderzoeksinstrument zelf natuurlijk.
* Een beschrijving van de wijze van afnemen (op zoveel scholen, in die en die klassen, wanneer afgenomen).
* Een weergave van de resultaten.
* Een interpretatie van de resultaten: wat komt eruit, welk antwoord op de onderzoeksvraag?
* Conclusies, aanbevelingen.
- Een website met alle producten en een procesverslag.
TAKEN
We hebben taakgroepjes gemaakt (A, B, C, D). Daarnaast zijn er de taken lesgeven en -evalueren en onderzoeksresultaten verwerken en analyseren. Ieder kiest ook een van die twee taken.
Websitemakers: het verslagleggen van de bijeenkomsten is vanaf nu ook jullie taak...
Tom was nog niet ingedeeld: ik doe een voorstel.
A:
Marieke: website, procesverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Maaike: website, procesverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Ilse: website, procesverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
B:
Sofianka: literatuurverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Francien: literatuurverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Nadia: literatuurverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
C:
Fleur: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Anique: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Nina: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Suzanne: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
D:
Wieke: onderzoeksontwerp (onderzoeksvraag en enquete), onderzoeksverslag.
Linda: onderzoeksontwerp (onderzoeksvraag en enquete), onderzoeksverslag.
Tom: lesuitvoering en evaluatie EN onderzoeksverslag.
PLANNING
Bijeenkomst:
4 december
Voorbereiding:
* Literatuurstuk over de criteria (door literatuurgroepje)
* Lessen maken (door materiaalontwikkelaars)
* Enquete maken op basis van onderzoeksvraag (onderzoeksgroepje)
Elke groep neemt zijn materiaal in 14-voud mee ter bespreking!!
Tijdens de bijeenkomst:
* We bespreken de stukken en bereiden het gesprek met De Groot voor.
* We plannen de uitvoering van het onderzoek (enquete).
* We plannen de uitvoering van de lessen (en de wijze van evaluatie).
Bijeenkomst:
11 december
Voorbereiding:
* Materiaal naar De Groot sturen.
* Lessen uitvoeren en evalueren/verslagleggen.
* Enquete afnemen.
Tijdens de bijeenkomst:
* Lesmateriaal en criteria voorleggen aan De Groot: is dit wat u verstaat onder...?
* Lesevaluaties delen.
* Bespreken hoe we de onderzoeksresultaten (van de enquetes) verwerken.
Bijeenkomst:
18 december
Voorbereiding:
* Verslag maken van de feedback van De Groot.
* Gegevens enquete verwerken.
Tijdens de bijeenkomst:
* Afrondingsafspraken.
Bijeenkomst:
8 januari
Voorbereiding:
* Alle producten af.
Tijdens de bijeenkomst:
* Uitwisselen en evalueren.
* Vervolgafspraken.
Op de derde bijeenkomst, 27 november, stellen we vast dat:
- We al doende vanalles aan het leren zijn.
- We eerst alles over beelddenken zouden moeten weten, voordat we het perfecte lesmateriaal kunnen maken.
- We echter in deze 7 weken iets concreets willen maken.
- We zin hebben om ontwikkelend te leren (proces minstens zo belangrijk als resultaat).
Ik stel concluderend voor (lees: vast) dat we werken aan de volgende produkten:
PRODUKTEN
- Een literatuurrapport/beschouwing van enkele A4-'tjes waarin precies wordt onderbouwd:
* Aan welke criteria ons lesmateriaal voor beelddenkers moet voldoen.
* Wat die criteria precies inhouden.
* Waarop elke criteria is gebaseerd: waarom geldt dat criterium (wat heeft te maken met de manier waarop beelddenkers denken en leren), en op welke gegevens is dat gebaseerd (wijs dat precies aan in de bronnen).
- Lesbeschrijvingen waarin deze criteria worden toegepast:
* Compleet met lesplan, studenten- en docentenmateriaal.
* En daarnaast een verantwoording van de wijze waarop de criteria zijn toegepast, waarin verwerkt is de feedback van professor De Groot.
* En een evaluatieverslag van de les, nadat hij is gegeven.
* Eventueel ook evaluatiegegevens van leerlingen die ermee hebben gewerkt.
- Een onderzoeksverslag van een onderzoek naar beelddenkers in het VO in Zwolle.
Dit onderdeel staat niet direct in verband met de twee andere producten, het staat er als het ware naast. De onderzoeksvraag kan zijn: "Hoeveel procent van de leerlingen in het VO is beelddenker?" Of: "Is er een verband tussen de mate waarin een leerling beelddenkt en zijn tevredenheid met de lessen die hij op het VO krijgt?" (Anders gesteld: hebben beelddenkers meer moeite met het onderwijs zoals dat op VO-scholen in Zwolle wordt aangeboden?)
Het verslag bevat:
* Een onderbouwde probleemstelling en hypothese.
* Een verantwoording van het onderzoeksinstrument (waarom de enquete zo in elkaar zit).
* Het onderzoeksinstrument zelf natuurlijk.
* Een beschrijving van de wijze van afnemen (op zoveel scholen, in die en die klassen, wanneer afgenomen).
* Een weergave van de resultaten.
* Een interpretatie van de resultaten: wat komt eruit, welk antwoord op de onderzoeksvraag?
* Conclusies, aanbevelingen.
- Een website met alle producten en een procesverslag.
TAKEN
We hebben taakgroepjes gemaakt (A, B, C, D). Daarnaast zijn er de taken lesgeven en -evalueren en onderzoeksresultaten verwerken en analyseren. Ieder kiest ook een van die twee taken.
Websitemakers: het verslagleggen van de bijeenkomsten is vanaf nu ook jullie taak...
Tom was nog niet ingedeeld: ik doe een voorstel.
A:
Marieke: website, procesverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Maaike: website, procesverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Ilse: website, procesverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
B:
Sofianka: literatuurverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Francien: literatuurverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Nadia: literatuurverslag, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
C:
Fleur: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Anique: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Nina: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
Suzanne: lesontwerp, uitvoering en evaluatie les OF onderzoeksverslag.
D:
Wieke: onderzoeksontwerp (onderzoeksvraag en enquete), onderzoeksverslag.
Linda: onderzoeksontwerp (onderzoeksvraag en enquete), onderzoeksverslag.
Tom: lesuitvoering en evaluatie EN onderzoeksverslag.
PLANNING
Bijeenkomst:
4 december
Voorbereiding:
* Literatuurstuk over de criteria (door literatuurgroepje)
* Lessen maken (door materiaalontwikkelaars)
* Enquete maken op basis van onderzoeksvraag (onderzoeksgroepje)
Elke groep neemt zijn materiaal in 14-voud mee ter bespreking!!
Tijdens de bijeenkomst:
* We bespreken de stukken en bereiden het gesprek met De Groot voor.
* We plannen de uitvoering van het onderzoek (enquete).
* We plannen de uitvoering van de lessen (en de wijze van evaluatie).
Bijeenkomst:
11 december
Voorbereiding:
* Materiaal naar De Groot sturen.
* Lessen uitvoeren en evalueren/verslagleggen.
* Enquete afnemen.
Tijdens de bijeenkomst:
* Lesmateriaal en criteria voorleggen aan De Groot: is dit wat u verstaat onder...?
* Lesevaluaties delen.
* Bespreken hoe we de onderzoeksresultaten (van de enquetes) verwerken.
Bijeenkomst:
18 december
Voorbereiding:
* Verslag maken van de feedback van De Groot.
* Gegevens enquete verwerken.
Tijdens de bijeenkomst:
* Afrondingsafspraken.
Bijeenkomst:
8 januari
Voorbereiding:
* Alle producten af.
Tijdens de bijeenkomst:
* Uitwisselen en evalueren.
* Vervolgafspraken.
Lesverslag 03
27 november 2006
We komen om 10.30uur bijeen op het CIBAP. Jolanda v/d Meer en Ans Vedder geven een presentatie over de manier van werken en leren op het CIBAP. (Dit staat los van het beelddenkproject!)
Daarna presenteren de literatuuronderzoekers (groep B) een aantal criteria:
1. Uit het boek van De Groot halen ze:
- Schrijfwijze (?)
- Groot lettertype
- Stappenschema's
- Eenvoudig verwoorden
- Het gebruik maken van kleuren
- Veel visualiseren
2. Uit Brombergen halen ze:
- Ervarend leren
- Werken met beelden en tekeningen
- Geheel van de opdracht aanbieden/Uitgaan van een geheel-opdracht
- Leren leren op eigen manier
Deze beide rijtjes zijn nog niet samengebracht. Ook is er nog geen verantwoording van de keuze.
We praten drie kwartier over deze criteria: wat houden ze precies in, waar zijn ze op gebaseerd, hoe vertaal je ze precies in lesmateriaal?
Heleen doet een poging de criteria onder vier noemers te brengen:
1. Visualiseer (en laat leerlingen visualiseren)
2. Kies de inductieve route (van geheel naar deel, van ervaring naar theorie)
3. Structureer (stap voor stap, concreet, bij de hand)
4. Lay-outrichtlijn: groot lettertype, werken met kleur (associaties), een eenvoudige taal (en "schrijfwijze"?)
Aan het bespreken van de onderzoeksvragen die Wieke heeft voorbereid, komen we niet toe.
Daarna wonen we een begeleidingsles van Ans bij en bevragen aansluitend een paar leerlingen over hun leerervaringen. Nadia maakt aantekeningen.
We besluiten met de afspraak: volgende week om 10.30uur op Windesheim (F141), nadere instructie op de website!!
We komen om 10.30uur bijeen op het CIBAP. Jolanda v/d Meer en Ans Vedder geven een presentatie over de manier van werken en leren op het CIBAP. (Dit staat los van het beelddenkproject!)
Daarna presenteren de literatuuronderzoekers (groep B) een aantal criteria:
1. Uit het boek van De Groot halen ze:
- Schrijfwijze (?)
- Groot lettertype
- Stappenschema's
- Eenvoudig verwoorden
- Het gebruik maken van kleuren
- Veel visualiseren
2. Uit Brombergen halen ze:
- Ervarend leren
- Werken met beelden en tekeningen
- Geheel van de opdracht aanbieden/Uitgaan van een geheel-opdracht
- Leren leren op eigen manier
Deze beide rijtjes zijn nog niet samengebracht. Ook is er nog geen verantwoording van de keuze.
We praten drie kwartier over deze criteria: wat houden ze precies in, waar zijn ze op gebaseerd, hoe vertaal je ze precies in lesmateriaal?
Heleen doet een poging de criteria onder vier noemers te brengen:
1. Visualiseer (en laat leerlingen visualiseren)
2. Kies de inductieve route (van geheel naar deel, van ervaring naar theorie)
3. Structureer (stap voor stap, concreet, bij de hand)
4. Lay-outrichtlijn: groot lettertype, werken met kleur (associaties), een eenvoudige taal (en "schrijfwijze"?)
Aan het bespreken van de onderzoeksvragen die Wieke heeft voorbereid, komen we niet toe.
Daarna wonen we een begeleidingsles van Ans bij en bevragen aansluitend een paar leerlingen over hun leerervaringen. Nadia maakt aantekeningen.
We besluiten met de afspraak: volgende week om 10.30uur op Windesheim (F141), nadere instructie op de website!!
donderdag 23 november 2006
Stageklassen voorzien van leerjaar+niveau
Suzanne = 1+2Gymnasium
Nina = 3Vwo
Fleur = 2VMBO-TL/KB
Sofianka = MBO-schakeljaar
Maaike = 1VMBO-T t/m Vwo & 2VMBO-T t/m Vwo
Marieke = 1VMBO-BB/Lwoo & 3Havo
Ilse = 2+3 VMBO-TL
Nadia = 3VMBO-BK
Linda = 1Havo/VMBO-TL & 2VMBO-TL
Anique = 3Havo
Tom = 1+2 alle niveaus
Francien = 1+2+3Atheneum
Nina = 3Vwo
Fleur = 2VMBO-TL/KB
Sofianka = MBO-schakeljaar
Maaike = 1VMBO-T t/m Vwo & 2VMBO-T t/m Vwo
Marieke = 1VMBO-BB/Lwoo & 3Havo
Ilse = 2+3 VMBO-TL
Nadia = 3VMBO-BK
Linda = 1Havo/VMBO-TL & 2VMBO-TL
Anique = 3Havo
Tom = 1+2 alle niveaus
Francien = 1+2+3Atheneum
woensdag 22 november 2006
Informatie van Fleur
Bekijk de site: www.orthopedagogiek.com/beelddenken.htm
Een aantal criteria:
1. Grote structuren en verbanden.
2. Ervaring is goed voor het leerproces, zelfbeleving.
3. Creativiteit.
4. Inzicht.
5. Belevingsbeelden zijn erg belangrijk, het visuele aspect wordt er uitgelicht.
Vooral niet in lesmateriaal:
- Luisteren;
- Analyseren;
- Rangschikken;
- Automatiseren.
Een aantal criteria:
1. Grote structuren en verbanden.
2. Ervaring is goed voor het leerproces, zelfbeleving.
3. Creativiteit.
4. Inzicht.
5. Belevingsbeelden zijn erg belangrijk, het visuele aspect wordt er uitgelicht.
Vooral niet in lesmateriaal:
- Luisteren;
- Analyseren;
- Rangschikken;
- Automatiseren.
Lesverslag 02
20 november 2006
Afgesproken per taakgroep:
A. Websitegroep maakt een begin met de website. We krijgen deze week een link. Erop komt deze week: de scholen en niveaus waarin wij stage lopen, misschien al criteria (zie B) en de collegeverslagjes.
B. Literatuuronderzoekers maken een onderbouwd voorstel voor een aantal criteria waaraan lesmateriaal voor beelddenkers moet voldoen. Ook werken ze aan een onderbouwde hypothese over de ervaringen van beelddenkers in het VO.
C. De materiaalontwikkelaars verkennen alvast mogelijke lesonderwerpen. Ze gaan pas echt ontwikkelen als de criteria er zijn. Die stellen we volgende week vast.
D. De onderzoekers zijn bezig met een enquete waarin wordt onderzocht:
- In welke mate een leerling beelddenkt.
- Hoe tevreden hij is met (diverse aspecten van) het onderwijs op het VO.
We willen het verband tussen die twee factoren gaan onderzoeken: is er een verband tussen mate van beelddenken en tevredenheid op school?
Volgende week komt er een voorstel en vindt afstemming plaats met de resultaten van de literatuurgroep.
Verder inventariseert ieder welke lesonderwerpen in de stageklas over een week of 3 aan de orde zijn.
Planning:
- Volgende week (27/11/2006) criteria lesmateriaal vaststellen.
- Over twee weken (04/12/2006) lesmateriaal klaar (3 of 4 lessen/lessenreeksjes) en enquete klaar. Bespreken hoe we onderzoeken of de lessen voldoen, observatie-instrument of ook een enquete? Of een "verhaal"?
- Week van 11 december 2006 de lessen geven (elke les in principe twee keer, op 2 scholen) en enquete houden (overal in 1 klas, zelfde jaar en niveau?) Daarna gegevens verwerken en verslaglegging.
Afgesproken per taakgroep:
A. Websitegroep maakt een begin met de website. We krijgen deze week een link. Erop komt deze week: de scholen en niveaus waarin wij stage lopen, misschien al criteria (zie B) en de collegeverslagjes.
B. Literatuuronderzoekers maken een onderbouwd voorstel voor een aantal criteria waaraan lesmateriaal voor beelddenkers moet voldoen. Ook werken ze aan een onderbouwde hypothese over de ervaringen van beelddenkers in het VO.
C. De materiaalontwikkelaars verkennen alvast mogelijke lesonderwerpen. Ze gaan pas echt ontwikkelen als de criteria er zijn. Die stellen we volgende week vast.
D. De onderzoekers zijn bezig met een enquete waarin wordt onderzocht:
- In welke mate een leerling beelddenkt.
- Hoe tevreden hij is met (diverse aspecten van) het onderwijs op het VO.
We willen het verband tussen die twee factoren gaan onderzoeken: is er een verband tussen mate van beelddenken en tevredenheid op school?
Volgende week komt er een voorstel en vindt afstemming plaats met de resultaten van de literatuurgroep.
Verder inventariseert ieder welke lesonderwerpen in de stageklas over een week of 3 aan de orde zijn.
Planning:
- Volgende week (27/11/2006) criteria lesmateriaal vaststellen.
- Over twee weken (04/12/2006) lesmateriaal klaar (3 of 4 lessen/lessenreeksjes) en enquete klaar. Bespreken hoe we onderzoeken of de lessen voldoen, observatie-instrument of ook een enquete? Of een "verhaal"?
- Week van 11 december 2006 de lessen geven (elke les in principe twee keer, op 2 scholen) en enquete houden (overal in 1 klas, zelfde jaar en niveau?) Daarna gegevens verwerken en verslaglegging.
dinsdag 21 november 2006
Lesverslag 01
13 november 2006
We delen onze kennis over beelddenken.
Jolanda van de Meer (Cibap) doet een klein testje met ons.
Bronnen:
Radiouitzending: http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/747am/rvu/dubbelo/20050421.rm
Site: http://beelddenken.startpagina.nl
Literatuur:
J. van Eekelen - Beelddenken, doe er wat mee! In: Tijdschrift voor orthopedagogiek, nr. 45 (2006)
R. de Groot - Denkbeelden over beelddenken. (Utrecht 2003)
A. Bezem - Beelddenken in de praktijk, een praktisch naslagwerk voor ouders en leerkrachten. (2002)
Bromberger - De kracht van beelddenken. (2004)
We verdelen de taken:
A. Website: Maaike, Marieke, Ilse.
B. Literatuuronderzoek: Sofianka, Francien, Nadia.
C. Lesmateraiaal ontwikkelen: Fleur, Anique, Suzanne, Nina.
D. Onderzoek naar beelddenkers in het VO rond Zwolle: Wieke, Linda, Tom.
We delen onze kennis over beelddenken.
Jolanda van de Meer (Cibap) doet een klein testje met ons.
Bronnen:
Radiouitzending: http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/747am/rvu/dubbelo/20050421.rm
Site: http://beelddenken.startpagina.nl
Literatuur:
J. van Eekelen - Beelddenken, doe er wat mee! In: Tijdschrift voor orthopedagogiek, nr. 45 (2006)
R. de Groot - Denkbeelden over beelddenken. (Utrecht 2003)
A. Bezem - Beelddenken in de praktijk, een praktisch naslagwerk voor ouders en leerkrachten. (2002)
Bromberger - De kracht van beelddenken. (2004)
We verdelen de taken:
A. Website: Maaike, Marieke, Ilse.
B. Literatuuronderzoek: Sofianka, Francien, Nadia.
C. Lesmateraiaal ontwikkelen: Fleur, Anique, Suzanne, Nina.
D. Onderzoek naar beelddenkers in het VO rond Zwolle: Wieke, Linda, Tom.
Welkom
Abonneren op:
Posts (Atom)